Sinds 1988 is veelvuldig gesproken over een incident waarbij
voetballer Ronald Koeman een hoofdrol speelde. Eindelijk is het – voor het eerst
in Nederland – in beeld.
Rotterdam, 8 mei. Een jaar geleden zat ik tegenover hem, zijn
ogen glinsterden. Zijn elftal, PSV, was kort daarvoor landskampioen geworden.
Maar er was meer aan de hand. Het glinsteren hield verband met het
gespreksonderwerp, een veel besproken incident uit 1988. In de ogen van Ronald
Koeman een mini-incidentje, het bespreken eigenlijk niet waard, voor anderen een
onvergetelijk voorval.
Na afloop van de halve finale tegen West-Duitsland op het
Europees kampioenschap had de 25-jarige voetballer Koeman zijn billen afgeveegd
met het shirt van zijn tegenstander Olaf Thon. Met een twinkeling zei trainer
Koeman vorig jaar haast opgelucht dat er geen foto van bestond. Met een
gespeelde twinkeling kon ik het tegendeel beweren. Ik had de foto met eigen ogen
gezien, op de Duitse tv, tijdens een uitzending waarin ik had gesproken over de
Nederlands-Duitse voetbalrivaliteit.
Merkwaardig genoeg is de foto voor zover bekend nooit eerder in
Nederland gepubliceerd. De foto is voor Nederlanders ook niets om trots op te
zijn.
Het incident duurde niet lang, maar lang genoeg om ooggetuigen met afschuw te
vervullen. Bondsofficials zagen het, toeschouwers, journalisten, en de meesten
vonden het geen fijn gezicht. Het ruilen van shirtjes is een ritueel van mannen
onder elkaar, een blijk van verbroedering en vergiffenis, van wederzijds
respect. Je kont afvegen met zo’n shirt is het tegendeel daarvan. Dieper en
laffer kun je een tegenstander niet vernederen. Vandaar dat het altijd weer
wordt aangehaald: de aanblik shockeerde. Zelfs vader Martin sprak zijn zoon er
nog diezelfde avond in Hamburg op aan.
De foto was een toevalstreffer. Het fotografenechtpaar Norbert en
Barbara Rzepka was al bezig de camera’s in te pakken, toen de Nederlandse
overwinnaars in polonaise terugkwamen op het veld. Snel pakten ze de boel weer
uit en begonnen ze lukraak zoveel mogelijk plaatjes te schieten.
De als vervelend beschouwde Mannschaft van 1988 vormde ook nog
eens het perfecte excuus voor de handeling die Barbara Rzepka deze avond in
Hamburg pardoes vastlegde. Ze deed maar wat, net zoals de voetballers op het
veld vaak maar wat doen, intuïtief. Het doelpunt vlak voor tijd van Marco van
Basten was een combinatie geweest van vakmanschap, instinct en geluk, deze foto
was dat ook. Norbert en Barbara Rzepka fotografeerden al twaalf jaar als
freelancers, ze hadden ervaring op tal van sportevenementen, van
voetbaltoernooien tot de Olympische Spelen. Pas de volgende dag bij het
ontwikkelen van de rolletjes zag de 38-jarige Barbara Rzepka wat ze had gedaan:
een tafereel vereeuwigen waarover veel mensen het hadden. Niet alleen in
Nederland, ook in Duitsland. Jaren later was Olaf Thon er nog steeds vol van.
Toen hij teamgenoot werd van Jan Wouters, bij Bayern München, deed Thon nogmaals
zijn beklag. Wouters antwoordde dat Ronald Koeman het vast niet zo persoonlijk
had bedoeld. Wat ook zo was; Thon was een vriendelijke en kleine middenvelder
die Koeman niets had misdaan.
Maar juist het ontbreken van persoonlijke bedoelingen onderstreepte de
symbolische waarde van het gebaar. Het ging Koeman natuurlijk niet om Thon, het
ging om dat gehate witte shirt van hem. Om het team, om Lothar Matthäus en al
die andere aanstellers, om de Duitse supporters met hun opgestoken middelvingers.
En om – mogen we zo vrij zijn – het Duitse volk? Nee, dat ontkende hij. Wel
sprak hij onomwonden van ‘haatgevoelens’. Vier dagen, na de gewonnen finale
tegen de Sovjet-Unie, zei hij: „Ik geef toe, ik mág zoiets niet flikken. Maar om
nou te zeggen dat ik er veel spijt van heb. Nou, nee.”
Omdat het incident hoe dan ook iets zei over de verhouding tussen
de twee naties, nodigde de burgemeester van Aken hem uit voor een gesprek. De
burgemeester schreef dat de relatie tussen beide landen te lijden had onder
zulke provocaties en dat grensgemeenten als Aken daarvan de dupe werden. Of
Lieber Herr Koeman eens wilde langskomen. Maar daar ging Koeman niet op in. „Het
is eigenlijk voor mij onvoorstelbaar dat die gebeurtenis zo naar buiten is
gekomen”, zei Koeman vorig jaar tegen mij, als reactie op het bestaan van de
foto. „Door zo’n jubelstemming op het veld denk je even niet normaal. Aan de
andere kant: een domme actie op één moment moet je niet opblazen. Maar goed, als
ik weer eens in Duitsland speelde, waren er meteen fluitconcerten en dergelijke.
En het betekent wel dat ik nooit voetbaltrainer in Duitsland zal worden. Even
los van de vraag of ik dat wel wil. Trainen in Duitsland trekt me niet zo.”
|